Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat gelijk met de sociale afbraak in Europa het percentage tijdelijken de laatste jaren gevoelig gestegen is. Bij de mannen is het percentage op 5 jaar tijd gestegen van 12,5 % (2000) naar 14% (2005) Bij de vrouwen was de stijging minder drastisch maar was dit reeds vrij hoog: van 14,1 naar 14,9 procent. Ongeveer de helft van zowel de mannen als de vrouwen accepteren een tijdelijk contract omdat ze geen ander (vast) werk vinden.
Er zijn echter vrij grote contrasten als men het land per land gaat bekijken. In Polen en Spanje zijn er heel wat tijdelijken aan de slag; respectievelijk 25% en 35% terwijl in Ierland of de zogenaamde ‘Celtic Tiger’ er minder dan 4% van de werknemers met een tijdelijk contract werkt. Daarbij moet je wel rekening houden dat 25% van de werknemers in Ierland tewerkgesteld is in de bouwsector. Juist deze sector is heel afhankelijk van de economische conjunctuur: een zware recessie zou een regelrechte aanslag op de werkgelegenheid beteken en dus een sociale ramp voor het land.
Tijdelijke contracten zijn doorgedrongen tot alle leeftijdscategorieën maar vooral jongeren zijn het slachtoffer van deze Europese trend. Een derde van de twintigers gaat gebukt onder de tijdelijke contracten. Onzekerheid troef dus bij de jongeren. Het wordt duidelijker voor een steeds groter wordende groep van mensen dat we ons in een neerwaartse (neoliberale) spiraal bevinden…
Terwijl in Europa de ene aanval op de andere ingezet wordt op bijvoorbeeld het stakingsrecht, de werklozen, de ontslagregeling… die allen de bedoeling hebben de arbeidsvoorwaarden naar de 19de eeuw terug te katupulteren, zal de Belgische regering moeten volgen... En dat merken we bij de verschillende formatienota’s van Leterme. Zelfs de ‘progressieve neoliberalen’ van de SP.a spreken via Caroline Gennez over een ‘regering voor het grootkapitaal’. Niet dat het anders zou zijn met hen in de regering… maar soit: ze moeten toch oppositie voeren in het ‘parlementaire spel’?
Voor diegenen die menen dat dit er 'wat over is': wat schiet er in de praktijk nog over van de achturenwerkdag? Het bestaan van werkperioden van 77 uur na elkaar (7 opeenvolgende dagen van 11 uur, weliswaar mooi verdeeld over 2 'kalenderweken' om het wettelijk te houden) in de ziekenhuissector lijkt alvast een mooie illustratie. De maximumgrens van 11 uur per dag lijkt het op termijn ook te begeven en wordt in de praktijk al lang aan de laars gelapt door shiften van 12 uur . In Nederland werkt ruim de helft van de werknemers gemiddeld 7 overuren per week wat neerkomt op een de facto 6 dagenweek...
Vakbonden en jongeren: niet vanzelfsprekend…
De jongeren zullen het neoliberaal offensief het sterkst aan den lijve ondervinden. Het wordt dan ook hoog tijd dat de vakbonden zich meer richten tot die jongeren aangezien dit eigenlijk de minst vertegenwoordigde groep is in de georganiseerde arbeidersbeweging (op vlak van lidmaatschap maar ook in de structuren). Indien deze trend in de vakbonden niet gekeerd wordt, riskeert de vakbeweging op termijn enkel de ‘better off workers’ te vertegenwoordigen.
Om het even wat zwart-wit te stellen: de vakbonden moeten hun imago afgooien van een bende saaie 'overleggende' nét-niet-op-prépensioengestelde grijsaards die een zeer technisch taaltje uitslaan dat voor vele jongeren Chinees lijkt. Met het organiseren van een ‘nachtje clubs afdweilen’ zoals de ‘Working Class Night’ van de ABVV-jongeren eind augustus, zal men hierin weinig verandering in brengen. Het kan misschien aangenaam zijn voor de jongeren om eens goedkoop of gratis uit de bol te gaan in het doorgaans dure clubcircuit. Of men er ‘activisten’ of ‘geïnteresseerden’ gaat uithalen: dat is een ander paar mouwen. Een vakbond hoeft niet persé ‘sexy’ of ‘cool’ te zijn om jongeren aan te trekken…
De Nieuwzeelandse vakbond en het kleinere Australische broertje met dezelfde naam ‘Unite’ tonen alvast hoe het wel moet: concreet de strijd aangaan (en met succes!) met werkgevers die hun jonge onderbetaalde werknemers zonder gène uitmelken. Het voeren van gerichte concrete campagnes: dat vormt pas een basis om jonge mensen actief te laten worden in de arbeidersbeweging. Want een tegenoffensief tegen al dit neoliberale geweld is nodig én mogelijk!
Vakbonden en jongeren: niet vanzelfsprekend…
De jongeren zullen het neoliberaal offensief het sterkst aan den lijve ondervinden. Het wordt dan ook hoog tijd dat de vakbonden zich meer richten tot die jongeren aangezien dit eigenlijk de minst vertegenwoordigde groep is in de georganiseerde arbeidersbeweging (op vlak van lidmaatschap maar ook in de structuren). Indien deze trend in de vakbonden niet gekeerd wordt, riskeert de vakbeweging op termijn enkel de ‘better off workers’ te vertegenwoordigen.
Om het even wat zwart-wit te stellen: de vakbonden moeten hun imago afgooien van een bende saaie 'overleggende' nét-niet-op-prépensioengestelde grijsaards die een zeer technisch taaltje uitslaan dat voor vele jongeren Chinees lijkt. Met het organiseren van een ‘nachtje clubs afdweilen’ zoals de ‘Working Class Night’ van de ABVV-jongeren eind augustus, zal men hierin weinig verandering in brengen. Het kan misschien aangenaam zijn voor de jongeren om eens goedkoop of gratis uit de bol te gaan in het doorgaans dure clubcircuit. Of men er ‘activisten’ of ‘geïnteresseerden’ gaat uithalen: dat is een ander paar mouwen. Een vakbond hoeft niet persé ‘sexy’ of ‘cool’ te zijn om jongeren aan te trekken…
De Nieuwzeelandse vakbond en het kleinere Australische broertje met dezelfde naam ‘Unite’ tonen alvast hoe het wel moet: concreet de strijd aangaan (en met succes!) met werkgevers die hun jonge onderbetaalde werknemers zonder gène uitmelken. Het voeren van gerichte concrete campagnes: dat vormt pas een basis om jonge mensen actief te laten worden in de arbeidersbeweging. Want een tegenoffensief tegen al dit neoliberale geweld is nodig én mogelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten