16 oktober, 2006

‘Migrantenprobleem’ is in eerste plaats een armoedeprobleem: de cijfers

Onze blogspot maakt graag gebruik van ‘facts and figures’ om analyses en beweringen van de linkse socialisten te staven, ondanks het feit dat het meestal gaat om feiten die iedereen instinctief ‘weet’.

Uit een onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat maar liefst 58,9 procent van de personen van Turkse herkomst en 55,6 procent van de mensen van Marokkaanse origine in ons land een inkomen hebben dat onder de Europese armoedegrens van 777 euro per maand ligt.

Dit fenomeen treft niet enkel de mensen van islamitische afkomst. Ook de Italianen in België ondergaan een soortgelijk lot: 21,5 procent van hen leeft onder de armoedegrens.

Voor de ‘echte’ of ‘oude’ Belgen is dat 10,16 procent, wat een duidelijke stijging is in vergelijking met enkele jaren geleden toen men nog sprak van 6 procent. Als we de armoedegrens naar beneden verleggen naar minder dan 500 Euro per maand, blijven de cijfers onrustwekkend hoog: 38,7 procent van de personen van Turkse herkomst en 25 procent van de mensen van Marokkaanse origine hebben 'pech'.

Geen wonder dus dat in de volkswijken waar de armoede geconcentreerd is, de samenlevingsproblemen ook het grootst zijn.

Het persbericht van belga besluit met: “Dat allochtonen een grotere armoederisico lopen, is onder meer te verklaren door hun lage scholingsgraad, hun gebrekkige kennis van het Nederlands en/of het Frans en de discriminatie die zij ondervinden op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en bij huisvesting. Het is de eerste keer dat in België armoede bij personen van vreemde herkomst wordt onderzocht.”

Op 28 oktober, de dag voor een andere politiek, zal deze problematiek ongetwijfeld weerkomen in verschillende werkgroepen. Met dat verschil dat het geen universitaire onderzoekers zullen zijn die het woord voeren maar de mensen die concreet in die situatie leven.

Geen opmerkingen: